te Utrecht
Wie in rond 1100 Utrecht bezocht en belangrijk genoeg was om binnen het voormalige
Romeinse castellum
toegelaten te worden, zag op dit inmiddels kerkelijk geworden gebied een kathedraal en twee andere kerken.
Ten westen van de Sint-Maarten lagen twee paleizen die door de castellummuur heen staken.
Het noordelijke was de keizerlijke palts,
paleis Lofen.
Aan de zuidzijde van de Servetstraat lag de tegenhanger, het paleis van de bisschop
(die namens de keizer het Sticht bestuurde). Dit oude Bisschopshof
was een langgerekt gebouw, evenwijdig aan de Lichte Gaard. Het werd rond 1020 gebouwd door
bisschop Adelbold,
nadat een voorganger het hele gebied in de as had gelegd.
Hij sloopte de Romeinse ommuring en bouwde zijn nieuwe paleis uit tot 10 meter verder naar het westen.
De nieuwbouw en paleis Lofen werden met hooggelegen passages verbonden met de
romaanse voorganger van de Domtoren.
Toen het
romaanse
gebouw vanaf 1439 vervangen werd door een
gotisch Bisschopshof,
meer naar het zuiden gelegen,
bleef de achtergevel aan de kant van de Lichte Gaard staan als 'tuinmuur'. Later
groeiden de Lichte-Gaardhuizen door deze grens heen en zo kun je
af en toe nog de doorsnede van deze muur aantreffen in de zijmuren van deze huizen.
De plaats van het romaanse Bisschopshof is pas goed bekend sinds een
opgraving in 2008.
Tekst: Jean Penders (10-2010). Bronnen: zie literatuurlijst.
Afbeelding: A.F.E. Kipp & Daan Claessen / Gemeente Utrecht